» Home


  » Klassieke muziek


  » Muntsoorten wereld


  » Naamsverklaring


  » Postzegelherkenning


  » Puzzelwoorden


  » Toponiemen wereld


  » Utrecht Historie


  » Utrecht Provincie


  » Utrecht Stad


  » Utrecht Waterlopen


  » Bronvermelding


  » Contact


  » Linkpartners


  » Over historieutrecht.nl


Tabel : Toponymisch Woordenboekje : letter  B  

  homepage naamsverklaring                                                                              

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

 

WOORD(DEEL) SYNONIEMEN BETEKENIS
     

baak

 

seinteken op waterweg

baam

boom

slagboom bij tol

baan

baene

effen vlakte - (slag)veld . Ook effen weg

baar

 

kaal- vlak- onontgonnen- onbewerkt- ruw

baard

barda

rand- uiteinde

bacht

bachte- bachten- bachter

achter- achterzijde

bad   bruggetje

bak

bac

lange heuvelrug

bake

bakel- baken

lange paal met teken erop als grensaanduiding

baken (Twents) varkens

baki

becha- beek

natuurlijke waterloop

baldo

 

dapper- boud

balg

balch

geul in Waddenzee

baljuw

 

vertegenwoordiger van de 'heer' of vorst tav van bestuur en rechtspraak

balk

balc

doorlopende balk als brug- brug van houten palen

balwa

 

slecht

ban

banne

rechtsgebied resp. polder. Ook rechtbank

bandijk

winterdijk/ wakerdijk

gerechtelijk geschouwde rivierdijk geschikt voor het hoogste water/ ligt dicht bij de rivier

banent

benent

beemd- weiland

banerhere

baanderheer

eigenaar van een onafhankelijke heerlijkheid onder eigen banier

banpaal

 

markering van de grens waarbinnen de jurisdictie van de stad gold

bant

 

streek- gouw resp. grens

banwatereringe

 

wetering waarvan beheer , gebruik en onderhoud rechtelijk is geregeld

banwerk

banwerc

verplichte arbeid meestal aan dijken op last van schout of rechter

banwoud   verboden bos. Alleen voor de landheer tbv de jacht
barda   rand- uiteinde

bare

baer

afsluitboom- slagboom

barg

 

mannetjes varken

bark

berc

berk . Ook boombast

barm

baerm- barem

walrand tussen twee velden of weiden. Ook trekpad langs een vaart

barme

 

bezinksel

barn

born- bern- boorn

bron voor drinkwater

barnen

bornen

branden

barza

 

naaldhout

basalt

 

donker hard vulkanisch gesteente

bassin

havenbekken

haven door sluisdeuren van rivier of zee afgesloten

bast

 

strop - boomschil

bastion

bolwerk

uitspringend gedeelte van vestingwal/-muur- vijfhoekig van vorm

batan   goed (germaans)
batterij   verdedigingswerk waarachter geschut opgesteld werd

bedding

 

laagte waardoor een rivier stroomt

beek

 

verwijzend naar ligging aan water.

beemd

beemt

vruchtbaar weiland of hooiland langs water en nabij de nederzetting. Naam ontstaan na 1000 in Brabant

beer  1

bere -aalt

modder- mest

beer  2   stenen waterkering in een vestinggracht

beermuur

gemetselde waterkering

gemetselde waterkering dwars in de gracht, waar buitenwater binnenkomt. Doel water op peil te houden

beers

 

stoppelveld- gevlochten haag- omheinde woonplaats

beest

biest

drassige plaats waar biezen groeien

beets (fries)   beek

bekken

 

komvormig gebied op land resp. in water

beklemrecht

 

erfelijk recht om een landerij/boerderij  te gebruiken tegen vaste periodieke vergoeding

bekrammen

 

bedekken van een dijk met afdekmateriaal bv stromat

belg

 

zwelling- kleine verhoging

beloken

 

afgesloten

belt

bilt- bolt- belte

kleine verhoging in veenlandschap resp. aangeslibd land

benedenloop

 

deel rivier op bijna zeeniveau

benedenrivier

 

deel rivier waar getijden nog invloed hebben

benedenstads

 

westen van de provincie Utrecht

benedenweg

lageweg

lager gelegen weg voor de droge seizoenen. Er is ook een hogere weg voor de natte seizoenen

bent

bunt- bant

harde grassoort - gebruikt voor vlechtwerk (manden- korven)

berd

bred - bert

plank

bere

 

schuur- huis. Ook  modder- drek

berg

bergen

hoogte- resp. fort. In het zuiden echter ook voor lage akkers ontstaan door zandafgraving

bergboezem

 

tijdelijke opslagplaats van polderwater met inlating bij droogte.

bern

barn- born- boorn

bron voor drinkwater

berne

barne

brandstof

bert

 

plank. Ook helder- stralend?

bert 2 (fries)   buurt

beuk

 

bouwlichaam= bouwtechnisch afgerond bouwelement. Tweebeukig= 2 met lange zijde tegen elkaar liggende bouwlichamen

bier

bere

modder

bies

beest

drassige plaats waar biezen groeien (een wild groeiende grassoort in moerasgebied nb biezen mand)

bijlhouwer

 

houtbewerker

bijster

 

loslopend - verwilderd - daar raak je de weg kwijt(bijster)

bilant

 

nieuw aangewassen land

bilc

bulc -buelc- beelc

schelvis . Ook weiland?

bile

biel - bijl

jachtplaats

bilt

belt

verhoging in landschap resp. aangeslibd land

binnendijk

slaperdijk- zomerdijk- zomerkade

landinwaartse dijk als reserve tegen doorbraak van de winterdijk langs de rivier

binnenhaven

 

waar naast een buitenhaven ook een haven achter sluizen is

binnenmoeder of- vader

 

dagelijks verzorger in een weeshuis

binnenzee

 

vrijwel geheel door land omgeven

biosfeer

 

is het geheel van de hydro- en lithosfeer samen met de atmosfeer

birkt

 

berkenbos

bivanc

 

afgepaald stuk land

blaak

blaken

stralen- blinkende water

blauw

 

 

vals

blauw gras

 

grasland, dat ‘s-winters onderloopt en niet meer bruikbaar was voor beweiding

blauwe zeeklei

 

zeeklei afgezet achter de strandwal in begin van onze tijd

blec

 

land dat slechts kort boven water uitsteekt

bleek

 

aanduiding voor ven, die zomers droog staat.

blees   rietpluim

blij

 

slib

blik

blec

kaal buitendijks aangespoeld stuk grond (veelal zand), dat maar beperkt boven water uitsteekt

blindnis

 

zeer ondiepe nis zoals een raamnis zou zijn geweest. Bedoeld ter verlevendiging van een muur

bloemdijk

 

dijk, die formeel aangewezen is als natuurgebied

blok

loke- bloc - bluc

door gracht of door omheining ingesloten stuk land

blokhuis

 

verdedigingspost langs de weg van stammetjes en balken

blokverkaveling

strokenverkaveling- copeverkaveling

verkaveling in lengtestroken van ca gelijke maat = cope= ca 1250x110 meter

bluc

blic

door gracht of heining omgeven stuk grond

bode

 

hulp van de dijkgraaf als boodschapper- incasseerder en landmeter

bodebus

 

waardigheidsteken van een overheidsbode

bodem

bodom - bodum - boden

ton- vat resp.  grondgebied.  Ook viswater ??

boede

bode- bodo

klein huisje

boedel

 

huis en hof - grondbezit resp. roerend bezit

boeier (zeeuws)

 

moerassige, ziltige weide

boezem

 

het watersysteem rond een polder, van waaruit de niveau regeling door bemaling plaats vindt

boezemland

 

land, dat op  natuurlijke wijze afwatert op een boezem

bogerd

boogaard

boomgaard

bogt

 

bouw- of grasland

boke

boeke - boec

beuk

bol

 

los- niet compact- mul- droog- zandplaat

bolder

 

bedijkte kop van een rivier

bollaert

 

beul

bolster

bonkaarde- bonkveen

bovenste laag van het veen alleen bruikbaar voor turfstrooisel en vermenging met zand

bolt

belt- bilt

kleine verhoging in landschap

bolwerk

bastion

vooruitspringend deel van verdedigingswal/-muur- vijfhoekig van vorm

bongert

bangert- bamgert

boomgaard

bonk   akker in hoge venen

bonkaarde

bolster- bonkveen

bovenste veenlaag alleen bruikbaar voor turfstrooisel en vermenging met zand

boomsluiter

boomsluter

boom over het water om doorvaren te beletten

bore

buer (oost nederl.)

gevecht

borg

borch- boorch

burchten en kasteelachtige huizen in Groningen

bornen

barnen

branden

born(e)

barn- bern- boorn

bron voor drinkwater

bors

burs

kreupelhout

bos

bosch

verwijzend naar een nabij bos of kreupelhout

boterweide

 

vruchtbare weide

botterhaven

 

visserhaven voor schepen met één mast, ronde boeg en smalle steven

bout

 

restant van weggevallen dijk

bouwing

boudinge- buwinge

huis- boerderij

bouwvoor

 

bovenste laag grond, die regelmatig geploegd wordt

bovenloop

 

deel van de rivier nabij de oorsprong

bovenrivier

 

deel rivier waar getijden geen invloed meer hebben

bovenweg

hogeweg

hoger gelegen weg, die in het natte seizoen ook droog blijft. Er is ook een lage weg voor het droge seizoen

braai

 

uiterwaard

braak

brake- braec- breek

land dat onbebouwd resp. tijdelijk niet ingezaaid is

braam

 

doornige vruchtenstruik

brabel

brabbel

bodemmodder

bracht

 

stuk grond, dat halfjaar weiland en halfjaar bouwland is resp. omheining

brak water

 

water met zoutgehalte lager dan in zeewater

brand

 

soort turf

brecht

 

helling- heuvel

bred

berd

plank

bree

 

akker op gemeenschappelijke bouwlanden de z.g. Es

breke

brake- braec

braak land

breuge   grens

breugel

breuil- bruil

natte met struiken begroeide weide

breukgebergte

 

ontstaan door verticale verschuivingen in aardkorst, waardoor horsten en slenken ontstaan

briel

bruil- bruel

nat weiland- beemd

brij

 

slijkerige grond

brim

 

rand- oever

brink

meent

gemeentekom resp. marktplein veelal met gras en eiken begroeid, Oorspronkelijk bedoeld voor verzamelplaats van vee

brink  2   licht hellende weide bij een beek

broek - broekland

broecke- brok- broec- brouc

moerasland- drassig laag land veelal begroeid met bos en dunne veenlaag. Minder nat dan een goor

broekbos   bos in moerassig gebied
broga (romaans) breuge grens

brogilo

 

laag, met hout begroeid jachtterrein

bronk

 

heuveltje in drassig land

brug

 

oeververbinding over water of spoor t.b.v. verkeer

bruil

breugel- breuil- briel

natte met struiken begroeide weide

bruinkool

 

stadium tussen veen en steenkool

bruul

bruil- briel

weide, beemd

brusch

bors- brusc- brusk

kreupelhout

bruy

 

verdorven land resp. in slechte staat ( eig. vissersterm voor bedorven haring)

budil

budel

gerechtsdienaar- plaats van de gerechtsdienaar= scherprechter

buitenplaats

 

vrijstaand huis met allure buiten de stad. Veelal bijgebouwen en omgeven door park of bos

bul

 

stier of ander mannelijk groot zoogdier. Ook groot voertuig of zwaar ding

bulc

bilc- buelc- beelc

weide

bult

 

kleine verhoging in landschap

bunder

 

oude vlaktemaat ca 1 ha groot = ca 1,5 morgens

bune

bunne- buun

riet- heg gevlochten

bunjo

 

verhoging- hoogte

bunt

bent

hard gras

bunte

 

land met heg beschermd tegen overweidend vee

bur- buur

 

klein huis(huizen) resp. woongemeenschap. Ook bestuurder van buurtschap of rechtskring. Later Schepen genoemd

burg

borch

burcht- kasteel- versterkte plaats

burg

 

versterkte dijk

burgerweeshuis

 

weeshuis voor poorters = inwoners binnen de poort van de eigen stad

bus

bosse- bussche

bos (in betekenis van bundel)

buul

 

hoogte

buurt

 

als suffix van plaatsnaam duidt op een buurt buiten de kern van een nederzetting

buurtlasten

erfdijksgelden- binnenlandse lasten

huishoudelijke uitgaven van een "Gerecht"= gemeente

buurtschap

gehucht

geïsoleerde groepering woningen op platteland  met eigen naam

 

 

A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Z

     homepage naamsverklaring